|
PIGNOSE
AMATEURS
De spulletjes zijn net even te beroerd en te nieuw. De meeste merken komen tevoorschijn uit de donkere krochten van de lokale muziekhandel, die ze jaren in dozen opgeslagen had staan. Meestal staat er één merkinstrument tussen. Met een butsje er af. Waarmee meteen een statusverhogend signaal wordt afgegeven. Vol ontzag staan de merkloze spulletjes wat verder bij de routinier vandaan. De, te lichte, strakke tweed cabinetjes uitgevoerd in Burby motief. De plastic condensatormicrofoons met schuifschakelaar, die al vrolijk staan rond te zingen. Dit alles verlicht door nietsontziende ledlampjes die ziekmakende kleuren verspreiden. Kleuren die je voor dagen nog achter je oogleden ziet.
De band loopt in te ruime spijkerbroek met knoopjeshemd. Dé man, van het merkinstrument, in leer. Onwennig, maar toch. Er wordt gestemd. Over de setlijst. Dat andere stemmen kreeg de routinier er maar niet ingehamerd. Het eerste blad bier wordt door een ‘die-hard-fan’ – neefje van - zeg maar, richting de band gebracht. Met gespeelde nonchalantie maakt men zich klaar
om de glazen te legen. De routinier niet. Die had ‘m al op.
Nog voordat het geneuzel los barst, vraagt de kroegbaas of het zachter kan. Paniek. Hoe regel je dat met de te beroerde en te nieuwe spulletjes? Terwijl de routinier achteloos staat te roken, beginnen de condensatormicrofoons met schuifschakelaar nog harder te gillen. Tijd om te gaan. Ondanks de aanwezigheid van de vermeende routinier. Ik heb gezien wat ik wilde zien en wacht het steevast verkeerd getimede, vals gezongen ‘Ei wook up dis-morning’ niet af…
|
|