|
||||
---|---|---|---|---|
WORKBENCH | WILLEM SWIKKER - Passie voor 'vergeten' Hammond's en Leslie's Tekst: Jan Blaauw Willem Swikker speelt tegenwoordig nog wel on stage, onder andere met Johnny Laporte in de bluesband Johnny Laporte LIVE en onlangs nog met een muziekproject op De Parade, maar heeft zich de laatste jaren weer meer toegelegd op lesgeven. Niet lang daarna kocht hij de Akai S900. "Dat was eigenlijk de eerste professionele sample machine op de markt. Hij werd veel gebruikt in studio's maar live zag je er bijna niemand mee. Ik heb er live altijd mee opgetreden. Je moest wel gestructureerd spelen. Ik had een aparte bak met floppy drives in de volgorde van het reportoire. Terwijl we het ene nummer aan het spelen waren moest ik de soundsample voor het andere nummer al inladen. Dat duurde namelijk altijd even. Ook het bewerken en opnemen van geluidssamples kende toen nog zijn beperkingen. "De sampletijd was ongeveer elf seconden. Je moest je samples in stukken knippen en aan elkaar plakken om een loop te kunnen krijgen waarmee je vijf of zes verschillende geluiden kon afspelen. State of the art, toen, maar ik ben blij dat ik er nu vanaf ben." |
Keuze voor Hammond "Ik was als pianist dat gedoe met die combinatieschema's, geluidswisselingen en noem maar op, helemaal zat. Als je covers speelt van verschillende bands met karakteristieke geluiden en effecten schakel je je tijdens live optredens helemaal wezenloos. Je bent alleen maar aan het programmeren. Je komt niet in je spel. Daarbij had ik ontdekt dat wanneer ik met een Hammond in een band speelde, ik alle sfeerbepalende stemmingen uit dat apparaat kon halen zonder al teveel gedoe. Lange tonen, korte tonen, aggressief of funky spelen, soleren, vioolachtige partijen, accoorden, dat kon je uitstekend met een Hammond opvangen. En... het klinkt altijd goed. Ik vond en vind het een verademing. Je kiest je drawbar setting en als je boven de band wilt uitkomen tijdens een solo trap je het volumepedaal in. Je kunt je registers snel aanpassen om het geluid te veranderen en blijft het altijd herkenbaar als een Hammond. Het is een instrument waarmee je in elke muziekstijl uit de voeten kunt." Tot 1974 werden Hammond orgels gebouwd op basis van het toonwiel principe. Dit zijn dan ook de Hammonds waar Willem zijn belangstelling naar uit gaat. "De toonwielgenerator is je geluidsopwekking. Je hebt bijvoorbeeld twee toonwieltjes die op een as zijn geplaatst. En die toonwieltjes genereren een stroompje wat door een pickup wordt opgevangen. En die wekt een sinustoontje op. De toonwielgenerator is dus gevuld met toonwielen. Per compartinent zitten twee toonwielen, een hoge en een lage, die drie octaven van elkaar verwijderd zitten.
Het signaal wat die toonwielen afgeven gaan interfereren met elkaar, en zo gaat dat in de gehele toonwielgenerator per compartinent. Er is geen sinustoon hetzelfde. Ondanks dat er condensators zijn toegepast om die interferentie weg te filteren 'lekt' er toch wat signaal weg. Met als gevolg dat wat 'grunzige' geluid." Roep je Hammond orgel dan denk je daarbij als vanzelf aan een Leslie box. De twee zijn, zeker in een live opstelling, onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Maar Hammond wilde helemaal niets van Leslie weten. Don Leslie had in 1937 een Hammond A model gekocht. Bij hem thuis viel het geluid hem echter tegen. Hij miste de ruimtelijke sound en probeerde het ruimtelijke geluid van een kerkorgel te benaderen door een roterende hoorn en een roterende bas speaker te combineren in één box. De bekende Leslie box. Hij bood zijn uitvinding aan aan Hammond maar die weigerde om samen te werken. Zij ontwikkelden liever zelf een kabinet. Hammond dealers werd verboden om Leslie boxen te verkopen. Don Leslie ging daarom zelf verder met de productie van zijn box en bouwde zijn bedrijf flink uit. |
Restaureren en innoveren Willem speelde al op een Hammond X5 toen hij in 2001 werd getipt over een Hammond met Leslie box die in een opslagruimte stof stond te happen. Ooit neergezet om gerepareerd te worden was het apparaat in de vergetelheid geraakt. "Ik heb contact gelegd met de eigenaar van het apparaat en vertelde dat ik wel belangstelling had. Tweehonderdvijftig gulden wilde hij er voor hebben. Op mijn opmerking dat de helft maar werkte kwamen we uit op honderdvijfentwintig gulden!" |
Gewichtsbesparing "Bepaalde modellen Leslie boxen zijn in de jaren tachtig ontwikkeld om stereo orgels te versterken. Dan had je niet roterende speakers voor het drum of bas geluid en roterende speakers voor je orgel geluid. Maar als je live wilt spelen met zo'n box heb je daar helemaal niets aan. Met vier speakersystemen in één box zijn ze dan bovendien helemaal niet meer te tillen. Die bouw ik dan om zodat ik weer de gebruikelijke opstelling krijg. Een vijftien inch speaker voor het laag en de hoorn voor het hoog. Dus een stuk lichter in gewicht maar wel in de originele 'huiskamerkast'." Willem wilde altijd al een 'dikke' Hammond hebben. Eén met twee maal vijf octaven, B3 style of een C3 of een A100. Eigenlijk de Hammonds die zeer populair zijn. "Zo kwam ik de CV tegen uit negenenveertig. Helemaal compleet inclusief voetpedalen. De prijs viel mee maar de uitdaging zat hem in het weer werkend krijgen. Ik vind het zonde dat zulke prachtige instrumenten, die ik vroeger niet kon betalen, nu als oud vuil staan te verstoffen. En het opknappen vind ik een uitdaging." |
|
---|
|
---|