|
||||
---|---|---|---|---|
INTERVIEW | Tony Spinner - Gitarist met een heldere visie Tekst: Jan Blaauw “They're hard to come by man. And they're expensive too! Prices run up to a hundred dollars per bottle.” We spreken begin april wanneer dit tafereel zich afspeelt in de Trinix Studio in Arnhem. Tony is een dag eerder uit de States overgevlogen naar Nederland en staat aan het begin van een Europese tour met de Tony Spinner Band. De tour, samen met drummer Alex Steier en bassist Michel Mulder, brengt hem in een razend tempo op veel podia dwars door Europa. En Tony kijkt ernaar uit. Tony Spinner werkt het liefst onafhankelijk en in alle vrijheid. Hij hekelt over het algemeen endorsements. “Iedere keer als je iets gebruikt wat je ‘aangeboden’ krijgt denkt men dat je bij hun in het krijt staat. En daar hou ik niet van. Ik moet kunnen doen wat ik wil. Ik ben mijn eigen baas. Vroeger besefte ik dat niet. Dat wanneer je iets kreeg, er een prijskaartje aan vast zat. Maar terugkijkend begon het al op school. Had je een keer een meisje gezoend dan was je meteen ‘haar vriend’. Later leende je bijvoorbeeld van een kennis een auto, maar dan moest daar wel iets tegenover staan.” “In de jaren vijftig en zestig werden instrumenten en apparatuur met zorg en een zekere trots gebouwd. Dat garandeerde bijna als vanzelf de kwaliteit. Zowel van het product als het geluid. Daarom hou ik van instrumenten en apparatuur uit die periode. In de tientallen jaren daarna, tot op de dag vandaag is het bergafwaarts gegaan met de kwaliteit, door goedkoper te produceren en de jacht op meer en meer omzet. Jongeren komen vaak op mij af met de vraag hoe het kan dat mijn spullen zo goed klinken. Mijn antwoord is dan: omdat het in de jaren zestig is gebouwd. Maar eigenlijk is het triest. Kijk, de speciale custom uitvoeringen van Fender en Gibson zijn niet eens zo slecht maar de prijzen rijzen buitensporig de pan uit. Een goede Gibson Les Paul kost bijvoorbeeld zesduizend dollar. Belachelijk. Eigenlijk zou die maar duizend dollar moeten kosten, zodat getalenteerde muzikanten in staat zijn om zo'n goed instrument aan te kunnen schaffen. Wat je nu vaak ziet is dat iemand met veel geld, zonder dat ie kan spelen, zo'n dure gitaar koopt. Zodat ie kan zeggen ‘Kijk eens wat ik hèb.’ En dat gaat ook zeker op voor de hele zeldzame gitaren. Die worden op die manier aan de markt ontrokken en in zekere zin ‘gegijzeld’. Zo worden mensen die echt kunnen spelen in feite benadeeld omdat ze zich deze kwaliteitsinstrumenten niet kunnen veroorloven. Dat is spijtig, maar zo zit wereld tegenwoordig in elkaar.” |
Zelf ontdekken Zit muzikaliteit in Tony's familie? “Mijn opa, van mijn vader's kant, zong, speelde mondharmonica en accordeon. Helaas heb ik hem nooit gekend want hij overleed voordat ik geboren was. Mijn ouders luisterden veel naar muziek. Mijn vader bijvoorbeeld hield van de jaren vijftig rock. Chuck Berry, Little Richard. En daar hield ik ook van. Mijn moeder keek regelmatig naar TV shows van Tom Jones. En Tom Jones is een échte zanger. Daarnaast groeide ik op met de TV shows van onder andere Johnny Cash en Sonny en Cher. Mijn liefde voor muziek is dus al jong ontstaan. Voetballen deed je samen met je vriendjes, maar al snel zat ik, in mijn eentje, naar muziek te luisteren uit een klein transistor radiootje.” Als achtjarig jochie besloot Tony dat hij zelf muziek maken wel leuk vond. Op zijn veertiende kreeg hij ook echt een doel voor ogen welke muzikale richting hij wilde opgaan. Een muzikale richting die later onderbroken werd door Toto. “Wanneer ik aan het optreden ben in een club kan ik altijd aan de blik van mensen die op mij afkomen zien of ze Toto fan zijn. Ze kijken mij dan met bewondering aan en stamelen zoiets als ‘Wauw, jij speelde bij Toto, mag ik je aanraken?’ Terwijl ik iets heb van niemand is meer of minder dan ik of iemand anders. Ik ben maar gewoon een muzikant. Zij idealiseren iemand, plaatsen hem of haar op een voetstuk.” Tony vervolgt lachend: “Hoewel ik eerlijk moet toegeven dat ik mijzelf daar ook wel schuldig aan had kunnen maken. Als Jimi Hendrix plotseling uit zijn graf zou opstaan en hier aan tafel plaats nam, zou ik ook bloednerveus zijn, hem met grote ogen aanstaren en vragen of ik zijn handen mocht aanraken.” Om er meteen met een glimlach aan toe te voegen: “...vroeger dan hè, nu ik volwassen ben niet meer.” |
Oprecht “Ik ben namelijk van mijzelf een nogal teruggetrokken persoon. Ik heb veel kennissen, en maar een paar echte vrienden. Ik hou niet van personen die zich anders voordoen dan ze zijn. Die je willen gebruiken of proberen te manipuleren. En geloof me daar lopen er heel wat van rond buiten. Helemaal in de muziekbusiness. Ik zit hier nu open en eerlijk met jou te praten en we hebben een fijn gesprek. Maar zodra ik in een ruimte kom waar ik merk dat mensen het doel hebben om druk op je uit te oefenen omdat ze iets van je willen dan haak ik af. Het leven is te kort om je ongemakkelijk te voelen, weet ik nu. Dus dat probeer ik dan ook te vermijden.” Luisterend naar het materiaal wat Tony Spinner zelf heeft uitgebracht komt het beeld naar voren van een muzikant wiens glas half vol is. In tegenstelling tot veel bluesmuzikanten die aan de donkere kant van de maan zitten te spelen en daar nooit vandaan raken. “Negatief om het negatief zijn vind ik onzinnig” aldus Tony. “Ik heb depressieve mensen genoeg meegemaakt in mijn omgeving. Mensen met veel geld die diep ongelukkig waren. En ik vroeg me altijd af waarom? Omdat ik veel in aanraking kwam met dat soort negativisme merkte ik dat ik dat begon over te nemen. Tot het moment dat ik mijn vrouw ontmoette. Zij is een positief ingesteld mens en liet mij mijn eigen geluk weer vinden. Voor mij is dat ongelooflijk belangrijk en dat gevoel kun je zeker terughoren in mijn muziek.” Sinds 2004 tourt Tony door jaarlijks door Europa. Thuis gaat alles gewoon door. “Wanneer ik acht tot tien weken op tournee ben betekent dat voor voor mijn vrouw extra werk. We hebben wat land en dieren te verzorgen. Bovendien zijn we graag in elkaars gezelschap en vinden het niet zo prettig om niet samen te zijn. Het is een lange periode van huis, maar voor mij noodzakelijk om te doen. Ik kan niet overleven in Amerika met muziek maken. Er is daar geen vraag naar datgene wat ik doe. In Europa wel. Dus door hier te spelen verdien ik geld voor ons om de rest van het jaar vol te maken. En het mag dan niet veel geld zijn, het is wel voldoende.” Tony voelt zich op zijn gemak met Michel en Alex. “Zij kunnen improviseren. Ik ken hele goede muzikanten maar die beperken zich tot het spelen in één stijl. Met deze band spelen we rock, funk, pop, alle stijlen door elkaar, soms zelfs celtisch. Ik hou van muzikanten die al deze stijlen moeiteloos aankunnen. Daardoor kan het gebeuren dat bezoekers iets anders voorgeschoteld krijgen dan ze hadden verwacht. Ze willen boogie woogie, rock en roll en krijgen vervolgens een mix van al die zojuist genoemde stijlen te horen. Daar raken ze van in de war. Maar ik weiger om maar één stijl te spelen. Daarom is er in Amerika geen markt voor de manier waarop ik muziek wil maken. De mensen die mij aan werk zouden kunnen helpen willen dat ik me beperk tot het spelen van één muziekstijl. Als ik bijvoorbeeld alleen maar blues zou spelen had ik continu werk. Dat is niet mijn ding. Als je je zou beperken tot één stijl, om het even welke, verouderd wat je doet razend snel. Dan val je in herhaling en is het lastig om te vernieuwen.” |
Bagage Terwijl een serveerster luidkeels aankondigt dat ze nu een tosti ham/ kaas op tafel zet, komt het gesprek op jong talent. Kids die hun instrument bijna virtuoos en schijnbaar achteloos bespelen. Maar vertellen ze ook iets? “Ik hoor ook het nodige voorbij komen, maar kan in alle eerlijkheid niet één jong persoon noemen die mij weet te raken wanneer ze de blues spelen. Er is wel een groot verschil met vroeger. Het enorme media-aanbod van nu hadden wij niet. Je kocht een plaat van je favoriete muiek en al luisterend probeerde je er achter te komen hoe er gespeeld werd. Tegenwoordig kun je via internet en sateliet TV allerlei bands zien en horen spelen. Maar die jonge kids hebben de bagage niet. Je kunt gewoon niet spelen over datgene wat je nooit hebt meegemaakt. De enige die mij in positieve zin heeft weten te raken is Derek Trucks. Op veertienjarige leeftijd speelde hij al oprecht en vanuit zijn hart. Maar er zijn er veel die in patroontjes spelen, via de platgelopen paadjes met veel vervorming, en zichzelf een bluesmuzikant noemen. Vreselijk vind ik dat. Voor mij is dat gewoon rockmuziek en nog op een laag niveau ook.” “De wereld is mijn ogen onze speeltuin, een tussenstation. Geen idee waar we later terechtkomen, maar zo zie ik dat. Ik heb de afgelopen twintig jaar regelmatig nagedacht over de reden waarom ik op aarde rondloop. Terugkijkend kan ik zeggen dat ik me altijd heb verzet tegen het opvolgen van regels. En dan met name regels die in mijn ogen nergens op sloegen. Dat begon al op de kleuterschool. Daar probeerden ze mij te verwijderen omdat ik als klein kind al vraagtekens plaatste bij regeltjes. Zei de leraar dat het tijd was om een uurtje te gaan slapen, dan vroeg ik waarom. ‘Omdat dàt de regels zijn’ luidde dan het antwoord. ‘Maar ik ben niet moe dus hoef niet te slapen’ reageerde ik dan. Meteen werd er op strengere toon duidelijk gemaakt dat ik móest slapen. Regels waren regels en hij was de baas. Knappe jongen die mij zonder aanwijsbare reden aan het slapen krijgt terwijl ik dat niet wil. Dus belandde ik regelmatig in het kantoor van het hoofd van de school, samen met mijn ouders. Ik stelde vragen bij regels.” “Waarom moesten er regels zijn? Oprechtheid in je manier van denken, onderscheid kunnen maken tussen goede en slechte zaken, dat moet duidelijk zijn in je eigen hoofd. Daar hoeven geen regels voor te worden opgesteld door een ander. Heel veel mensen ‘slapen’ als het ware. Denken zelf niet meer na. Volgen de ‘regels’. Dat is de reden waarom ik rondloop. Niet alleen voor de muziek maar ook om een voorbeeld te kunnen zijn voor mensen die open staan om hun eigen pad te gaan volgen. Wordt wakker, kijk om je heen, leef nu! Kijk niet constant naar je verleden, denkt niet van 'over een paar jaar'. Alles gebeurt nú. Voor mij is het duidelijk, maar voor veel mensen geldt dat ze ongelukkig zijn omdat ze niet leven.” “Als ik geen muziek zou maken dan zou ik mensen dat wel willen meegeven. En niet als een priester. Zeer zeker niet. Ik heb helemaal niets met religie. Dat is een uitvinding van de mens. Voor mij draait het om het diepste gevoel in je hart en wat je daar mee doet. Dat zou je kompas moeten zijn. En niet al die regels die anderen aan je opdringen zodat ze controle en macht op je kunnen uitoefenen.” Voor Tony geldt dat hij in vrijheid met gevoel en plezier wil spelen. “When you open up and like what we do than that's great!” |
|
---|
|
---|