|
||||
---|---|---|---|---|
INTERVIEW | Erwin Java - Zonder gitaar kan ik niet overleven... Tekst: Jan Blaauw Erwin Raymond Java (18 juli 1956) is de jongste telg uit het gezin Java en herinnert zich levendig de muziek en verhalen uit zijn jeugd. "Er werd bij ons niet actief muziek gemaakt binnen het gezin, maar wel passief" begint Erwin. "Er werd wel heel veel naar muziek geluisterd. Ik kom uit een Nederlands-Indische familie, mijn vader was KNIL militair en mijn ouders zijn in 1951 naar Nederland gekomen." Zo rond zijn twaalfde kwam Erwin min of meer toevallig in aanraking met live muziek. "Vriendjes van mij, ze zullen zo'n dertien, veertien jaar oud zijn geweest, hadden allebei een gitaar en één van die vriendjes had zelfs gitaarles. Het leek ze wel leuk om achter het huis wat muziek te gaan maken. En omdat ik een trommeltje met van die kralen aan touwtjes had, wat je tussen je twee handen in kon draaien, moest ik het ritme maar gaan doen." De oudere broers van Erwin hadden thuis veel 'American Folk Blues Festival' platen. "Er waren in de jaren zestig veel Amerikaanse zwarte bluesjongens, die bij elkaar werden gezocht om door Europa te touren en daar werden platen van uitgebracht. Dus toen ik begon te spelen zocht ik allerlei dingen uit op de gitaar. Van Led Zeppelin tot Ten Years After en Clapton, allemaal bluesbased bands en ik zat al snel bij de roots van deze muziek. De platen van mijn broers werden door mij uitgeplozen. IK luisterde intensief naar gasten als Matt 'Guitar' Murphy, John Lee Hooker, Freddie King, B.B. King, Lonnie Johnson en noem al die gitaristen maar op. Maar ook naar Django Reinhardt. Dat is mijn basis geweest." |
Eigen stijlontwikkeling Erwin probeert in de beginjaren zoveel mogelijk zelf een richting geven aan de muziek die hem inspireert: "Ik heb ook die muziek geprobeerd te analyseren en na te spelen maar heb het daarna vrij snel weer aan de kant geschoven en er niet meer over nagedacht. Ik dacht toen: Er is al een Freddie King en ik wil geen naspeler zijn... Die jongens speelden ook nooit hetzelfde." Naast producent, sessie- en studiogitarist en mede-oprichter van het Noorder Muziek Instituut in Groningen is Erwin Java in bands actief geweest als White Honey (16.000 LP's verkocht, diverse TV-shows) en Herman Brood and his Wild Romance (diverse TV-shows). De langste periode dat hij als gitarist deel uitmaakte van een band was bij Cuby and the Blizzards. |
Geen huurling Een klein stapje terug in de tijd, de periode vlak vóór toetreding tot de Muskee Gang, had Erwin een eigen band, Blueskin, waarin hij naast het schrijven, componeren en spelen van eigen muziek zich ook bezig hield met de organisatie van het geheel en veel energie moest steken in het bij elkaar houden van deze groep. Met een drummer uit Eindhoven, een bassist uit Nijverdal en een zanger uit Hilversum was dat dus bijna niet te doen. Toetreding tot de band van Harry Muskee betekende niet automatisch het spelen van oud Blizzards werk. Harry had in die tijd een aversie van zijn C+B-verleden. Harry wilde zijn Muskee Gang in de steigers zetten en schreef nieuwe teksten waar muziek bij gecomponeerd moest worden. "Ik vind dat een zanger teksten moet zingen waar hij iets bij voelt. Niet noodzakelijk door hem zelf geschreven, maar dat helpt natuurlijk wel. Dat is wat inleving betreft heel belangrijk. Ik schrijf ook wel teksten maar ik kan (of durf) zelf niet (te) zingen." Joe Cocker komt nog even ter sprake. "Joe was een grote uitzondering hierop. Die heeft nog nooit een eigen tekst gezongen of nummer geschreven, maar wist zich een song volledig eigen te maken. Dat vind ik heel knap. Echt vakmanschap." Het jaar waarin Harry kwam te overlijden - 2011 - was het jaar waarin Erwin nog nooit zoveel had gespeeld. Het geeft hem een tegenstrijdig gevoel. "We hebben tot 12 juni van dat jaar met de Blizzards opgetreden en het is een misverstand dat ik daarna mijn gitaar in de boom heb gehangen. In tegendeel. Ik heb meegespeeld in de Drentse Blues Opera, dat waren dertig shows in anderhalve maand tijd. En ik heb vijfenveertig shows gedaan met de Five Great Guitars, allemaal na Harry's overlijden. Voor mij was dat een goede periode om het overlijden van Harry te verwerken. Ik reed alleen naar de Five Great Guitars-shows toe in de auto waarin Harry altijd naast mij heeft gezeten. Die auto staat nu overigens in het Cuby Museum in Grolloo. De laatste 'bluesmobiel' zoals wij die Peugeot noemden."
"En ook al zat Harry er niet meer naast, mij voor mijn gevoel zat hij er wel. Als ik dan na een show van de Five Great Guitars weer alleen naar huis reed, dan gaf ik een klopje op die lege stoel en vroeg 'Nou Mus, hoe is 't?'"
|
Verder In december 2011 waren alle shows gedaan en Erwin kon zich gaan beraden over zijn muzikale podiumtoekomst. Er lagen wel wat aanbiedingen, onder andere om met The Five Great Guitars door te gaan maar de afweging om als ingehuurd muzikant of met een nieuwe band verder te gaan viel uiteindelijk in het voordeel van de laatste optie uit. "Fokke de Jong - drummer - belde mij op. Of ik samen met hem iets wilde proberen. Ik had ooit met Fokke voor een Herman Brood-sessie samengewerkt en toen mij later gevraagd werd of ik voor de Drentse Blues Opera een drummer wist heb ik Fokke voorgesteld. Zodoende hebben wij elkaar tijdens die shows voor de Drentse Blues Opera (augustus 2011) muzikaal nog beter leren kennen. Dat klikte heel goed, vond ik." King of the World biedt Erwin alle vrijheid maar hij voegt er nogmaals aan toe dat die vrijheid bij Harry Muskee ook aanwezig was. "Harry schreef voornamelijk alleen teksten en wilde graag blues/ jazz-minded musici om zich heen vanwege de improvisatorische vrijheid. Hij had, net als ik, een hele brede interesse in diverse muziekstijlen, ook in klassieke muziek. Hij maakte regelmatig de opmerking van 'Je wilt toch ook niet altijd in de eerste klas van de lagere school blijven zitten?' Of als er in het voorprogramma een Stevie Ray Vaugh-achtige band zat: 'Leuke band, maar wel het 8e elftal van SRV .' Met andere woorden: blijf zoeken naar je eigen richting met de 'blues' in het achterhoofd." |
|
---|
|
---|